Joep Beving(NL)

Uit: De Tijd, 07 april 2019

Zijn songtitels ontleent hij aan de Griekse mythologie, de filosofie en de psychoanalyse. Maar zijn warme, melancholische composities zijn ontdaan van alle intellectualisme. De Nederlander Joep Beving (43) maakt pianomuziek waarop vaak het etiket ‘neoklassiek’ wordt geplakt, een soort hybride tussen klassiek en pop. Op Spotify bereikt hij anderhalf miljoen luisteraars per maand, een pak meer dan veel rockbands die bij ons arena’s vullen.

Met ‘Henosis’ is Beving aan zijn derde album toe. Er staan 22 nummers op die de tijd vertragen: raadselachtige pianomuziek, waarin de ruimte tussen de noten even belangrijk is als de noten zelf. Beving doet veel met erg weinig middelen. Dat lijkt eenvoudig, maar het is een grote kunst. En zijn handelsmerk als pianist.

Bijna veertig jaar had hij nodig om al die rake, minimalistische klanken uit zijn piano te halen. Als tiener luisterde Beving naar Philip Glass en Keith Jarrett, maar de pianist in hem wilde koste wat het kost jazz spelen. Alleen: hij was daar niet erg goed in. De piano ging aan de kant, en zo ook zijn droom om naar het conservatorium te gaan.

Hij ging bedrijfskunde studeren en belandde aan de reclamekant van de muziekindustrie. Beving werd reclamestrateeg voor een Amsterdams bedrijf dat muziek leverde voor reclame en televisie. Zijn klanten waren Nike en Adidas.

Het vervolg van Bevings verhaal is haast te gek om te geloven. ‘Er is nochtans geen woord van gelogen’, zegt hij lachend. De imposante Nederlander - over de twee meter groot, lange baard - kreeg kinderen, en een burn-out met onregelmatige paniekaanvallen. ‘Ik heb in mijn omgeving veel zwaardere gevallen gezien. Ik kon ’s ochtends nog wel opstaan en dingen doen, maar het lukte niet meer om helder na te denken.’

Dertigersprobleem

Een klassiek dertigersprobleem, weet hij nu. ‘Je verantwoordelijkheden en de complexiteit van je leven nemen toe. Er is minder tijd voor reflectie. Je energie neemt af. Er ontstaat een discrepantie tussen wat je doet en datgene waarvan je diep vanbinnen weet dat je het moet doen, alleen kom je er niet meer toe.’ Bij Beving was dat muziek maken. ‘Ik had thuis een studiootje met een piano, waarop ik als kleine jongen al speelde. Maar mijn tweede kind had recht op een slaapkamer, dus verhuisde ik alles naar een plek in de buurt. Maar in alle drukte vond ik de tijd niet meer om erheen te gaan.’

Toen zijn grootmoeder stierf, erfde Beving haar piano. Het instrument kreeg een plaats in de keuken. De coach die hem op zijn werk begeleidde, had hem aangeraden zijn burn-out te bekampen met bezigheden die hem dicht bij zichzelf brachten. Daarom begon hij opnieuw muziek te maken, ’s Nachts als zijn gezin sliep.

Opvallend: er kwam vooral weer jazz uit zijn piano, muziek waar hij niets bij voelde. ‘Ik dacht te hard na, wilde te veel noten spelen. Alsof ik tegenover mezelf wilde bewijzen dat ik iets kon met dat instrument. Terwijl ik gewoon moest spelen en loslaten, geloven in mijn waarachtigheid. Ik greep terug naar de muziek uit mijn jonge jaren: Jarrett en Glass, en popbands als Radiohead en Sigur Rós. Alles viel in zijn plooi toen het me eindelijk lukte noten weg te laten. De naakte essentie, daar was ik in mijn toestand de hele tijd naar op zoek geweest.’

‘De wereld draait door’
Beving bundelde zijn contemplatieve nummers in de plaat ‘Solipsism’, naar de stroming in de filosofie die zegt dat de werkelijkheid alleen in het hoofd van de waarnemer bestaat. Ik componeer, dus ik ben. Zijn muziek verdiende een kans bij een publiek groter dan zijn vriendenkring, vond Beving. Nadat één label hem wandelen had gestuurd, bracht hij ‘Solipsism’ in eigen beheer uit. Hij drukte een beperkte oplage op cd en vinyl, en gooide alles op Spotify en Apple Music.

Een van de nummers belandde op de populaire Amerikaanse playlist ‘Peaceful Piano’ van Spotify, en ontplofte. Hij had ‘een verhaal’, wist de reclamemaker in hem, en hij belde naar de redactie van het Nederlandse praatprogramma ‘De wereld draait door’. Een week nadat hij daar zijn verhaal had verteld, stond hij twee keer in het Concertgebouw in Amsterdam. Intussen heeft hij meer dan 200 miljoen streams op zijn naam staan en tourt hij over de hele wereld.

Was Joep Beving zonder Spotify geworden wie hij vandaag is? ‘Nee. De kans die ze me hebben geboden, is een lot uit de loterij. Als je in de traditionele muziekindustrie als muzikant gehoord wil worden, moet je bij platenfirma’s door een trechter van decision makers en poortwachters. Daar was mijn muziek nooit door geraakt. Iedereen had gezegd: ‘Het is niet vernieuwend, het is te simpel.’’

‘Streaming heeft de muziekconsumptie gedemocratiseerd. Vroeger werd je door de muziekindustrie opgedeeld in subculturen: je was rocker, grunger of punker. Nu zie je dat het aanbod en het luistergedrag veel diverser is en dat mensen hun mandje vullen met allerlei soorten muziek, wat betekent dat nieuwe en onverwachte dingen meer kans hebben om een groot publiek te bereiken. Er komt natuurlijk ook wat geluk bij kijken. De playlistmakers van Spotify zijn de nieuwe poortwachters. Je moet ze aan jouw kant hebben. Als dat niet was gebeurd, zat ik nu wellicht niet met jou te praten.’

Na het Spotify-succes van ‘Solipsism’ tekende Beving toch een contract bij een klassiek label. Een kwestie van risicospreiding. ‘Ik was gestopt met werken. Het leek me te gevaarlijk om mijn financiële toekomst volledig te laten afhangen van één playlist op Spotify. De wereld is vluchtig, het leven onvoorspelbaar. Door met een label in zee te gaan kon ik in de fysieke markt een weerspiegeling vinden van wat ik online had ervaren.’

Dat hij bij Deutsche Grammophon, een dochter van de Amerikaanse muziekreus Universal, kon tekenen, heeft Beving te danken aan een vriendin. Die liet een vinylexemplaar van zijn album liggen in een bar in Berlijn. Toevallig was het de favoriete bar van de labelmanager van Deutsche Grammophon. Hij hoorde er de plaat en nam contact op. Het klikte meteen.

‘Nou, zo is het dus echt gegaan’, zegt Beving. ‘Niet normaal, toch? Ik vind het nog elke dag bijzonder wat me de voorbije jaren is overkomen. Als je je durft over te geven aan de flow van het moment en luistert naar wat je diep vanbinnen voelt, kunnen in het leven dingen gebeuren die je niet voor mogelijk hield. Ik denk soms dat mensen dat herkennen als ze naar mijn muziek luisteren. Ze voelen dat ik doe wat ik altijd heb willen doen. Die acceptatie heeft mijn leven mentaal een stuk gemakkelijker gemaakt. Het betekent misschien zelfs meer voor me dan het succes of de miljoenen streams.’

Tijdsgeest
Op ‘Henosis’ - oud-Grieks voor samenhorigheid - krijgen zijn intimistische pianostukjes voor het eerst versterking van orkestrale en elektronische klanken. Toch blijft het onmiskenbaar neo- of postklassiek, termen waar Beving overigens niet zo van houdt. ‘Het is vast handig dat het een etiket heeft, maar ik herken me er niet in. Het impliceert dat je jezelf als onderdeel van een lange traditie in de serieuze muziek ziet. En dat klopt niet. Ik voel me meer thuis in de pop en de ambient. Maar goed, het belangrijkst is dat minimalistische pianomuziek de weg naar het grote publiek heeft gevonden.’

Wat zegt de populariteit van al die neoklassieke componisten over de tijdgeest? ‘Er klopt iets niet in deze wereld. We lopen met z’n allen met een niet-aflatende stress rond. We hebben lang heel erg in ons hoofd geleefd. In het Westen ging het allemaal goed. We zaten in een materiële flow. Het gaat nog altijd behoorlijk goed, maar we staan op het punt dat onze vooruitgang niet meer zo vanzelfsprekend is. We zijn langzaam van elkaar vervreemd'

'Als tegenreactie op ons drukke, snelle en groteske leven zoeken we naar verstilling, naar een plek waar we rust ervaren en onze stress kan verstommen. Pianomuziek kan dat vacuüm opvullen, ons opnieuw verbinden. Als we meer in termen van ‘wij’ gaan denken, komen we op een plek in ons hoofd die henosis benadert.’

Videos